Wedstrijdreglement

WEDSTRIJDREGLEMENT (versie 2024-09)

ALGEMEEN

Artikel 1

1. Leden die aan een speelavond of speelochtend deelnemen, wordt verzocht op de speelavond of speelochtend 5 minuten voor aanvang van de zitting aanwezig te zijn en zijn of haar plaats in te nemen, zodat na de mededelingen op vastgesteld tijdstip met het spelen kan worden begonnen.

Artikel 2

1. De leden zijn op de speelavonden/-ochtenden, evenals wanneer zij in vertegenwoordigende teams voor B.C.B. uitkomen, verplicht zich te houden aan de door de N.B.B. vastgestelde voorschriften en zich te stellen onder spel- en wedstrijdregels, zoals die door de N.B.B. zijn vastgesteld.
2. Alle leden zijn verplicht zich naar de aanwijzingen van de wedstrijdleider te gedragen en zich aan arbitrages te onderwerpen, behoudens het recht van protest bij de protestcommissie.

Artikel 3

Het gebruik van een systeemkaart is conform artikel 40 van de Spelregels voor wedstrijdbridge van de NBB verplicht. Binnen Bridge Club Buitenpost is het gebruik er van niet verplicht.

 

TECHNISCHE COMMISSIE

Artikel 4

1. De technische commissie (TC) wordt door het bestuur benoemd. De TC benoemd uit haar midden een of meer wedstrijdleiders (WL).
2. De taak van de TC bestaat onder meer uit:
3. het voorbereiden van het seizoenprogramma.
4. het beheer van het spelmateriaal.
5. het administreren van de kampioenspercentages en meesterpunten.
6. het doen van al datgene, dat voor B.C.B. in bridgetechnisch opzicht van belang is of kan zijn.

 

WEDSTRIJDLEIDER

Artikel 5

1. De WL is verantwoordelijk voor de leiding van de door B.C.B. te organiseren wedstrijden. De WL is bevoegd zich op onderdelen van zijn taak te laten bijstaan door de daartoe aan te wijzen personen.
2. De rechten en plichten van de WL houden onder meer in:
3. het vaststellen van passende speelvoorwaarden en de bekendmaking daarvan aan de deelnemers.
4. het handhaven van de orde en de zorg voor een regelmatig verloop van de wedstrijden.
5. het toepassen en uitleggen van de spelregels.
6. het herstellen van iedere hem of haar ter kennis genomen fout of onregelmatigheid.
7. het constateren van overtredingen ten aanzien van de speelduur.
8. het in voorkomende gevallen opleggen van straffen.
9. het beslissen van onenigheden en zo nodig het geschil voorleggen aan het bestuur.
10. het opstellen van een wedstrijdschema.
11. het verzamelen van scores, het opstellen van de uitslag en het ter kennis brengen hiervan aan de deelnemers.

 

WEDSTRIJDPROGRAMMA

Artikel 6

1. Het wedstrijdprogramma, inhoudende de interne clubcompetities, bijzondere wedstrijden en drives, evenals de competitievorm waarin zal worden gespeeld, wordt jaarlijks door de TC als voorstel aan het bestuur opgesteld. Het bestuur stelt het programma vast. De TC informeert daarna de leden.

Artikel 7

1. Het aantal competitieronde van de clubcompetitie voor zowel de dinsdagochtend als voor de donderdagavond is afhankelijk van het aantal paren per lijn van de clubcompetitie. In de ALV vooraf gaande aan de nieuwe clubcompetitie wordt door de WL hieromtrent mededeling gedaan.

Valt door bijzondere omstandigheden een zitting uit dan kan de laatste competitieronde uit een zitting minder bestaan.

2. Op dinsdagochtend bestaat een zitting uit 5 rondes van 4 spellen (totaal 20 spellen) en op donderdagavond uit 6 rondes van 4 spellen (totaal 24 spellen).
3. Een speelronde duurt 30 à 33 minuten. Na elke ronde zijn er 2 à 3 minuten voor het wisselen. In de laatste vijf minuten mag nog wel met een spel begonnen worden. Indien echter beide paren die de tijd te kort achten kunnen zij de WL vragen, bij uitzondering, een spel minder te mogen spelen. De WL zal het ontbrekende spel in de betreffende bridgemate verwerken.

 

COMPETITIE-INDELING

Artikel 8

1. Personen behouden rechten op basis van de laatste stand van de voorgaande clubcompetitie.
2. Bij nieuwe paren of driemanschappen kan rekening worden gehouden met speelsterkte, maar instroom is in principe in de laagste lijn (ter beoordeling van de TC).
3. Bij aanvang van de competitie kan er door art. 8.1 en 8.2 een teveel aan paren of drieman-schappen in de hogere lijnen zijn. Echter door een versterkte promotie en degradatie worden de lijnen vóór aanvang van de competitie zoveel mogelijk in een gelijk aantal paren of driemanschappen ingedeeld. Het aantal lijnen wordt jaarlijks vastgesteld afhankelijk van het aantal spelende paren of driemanschappen.

 

AFWEZIGHEID PAAR OF DRIEMANSCHAP

Artikel 9

1. Deelname aan de competitie brengt verplichtingen met zich mee om iedere speelavond/-ochtend aanwezig te zijn. Een bridgepaar of driemanschap wordt dan ook geacht zoveel mogelijk in de oorspronkelijke samenstelling te spelen. Indien het niet mogelijk is om structureel en consequent als paar aan de competitie deel te nemen, kan er voor worden gekozen om met een derde partner een driemanschap te vormen.
2. Bij verhindering van één of beide spelers van een paar of driemanschap kan er met een invaller of invallers gespeeld worden. Hiervan dient te allen tijde melding te worden gedaan bij de WL.
3. Een paar of driemanschap dat zonder geldige reden te laat komt en daardoor één of meer spellen niet kan spelen zal een arbitrale score worden toegekend volgens het principe 40-60%.
4. Een paar of driemanschap dat tijdens een zitting afwezig zal zijn, dient dit uiterlijk de dag vóór de speelavond/-ochtend om 18.00 uur resp. om 12.00 uur aan de WL c.q. aangewezen persoon mede te hebben gedeeld.
5. Indien een paar of driemanschap in zijn geheel met kennisgeving een zitting afwezig is krijgt dit paar of driemanschap voor die speelavond/-ochtend het eigen gemiddelde (EG) toegewezen. Voor de tweede maal afwezig een EG  ̶  2%, voor de derdemaal afwezig een EG  ̶  4% enz. {Eigen gemiddelde (EG) is het gemiddelde over het totaal van de meegespeelde zittingen tijdens een competitieperiode, waarbij het paar of driemanschap minimaal de helft plus één van de competitieperiode in de oorspronkelijke samenstelling heeft gespeeld}
6. Een paar of driemanschap kan het bestuur, voorafgaande aan een competitieronde, verzoeken (met behoud van hun plaats in de competitielijn) een volle competitieronde over te mogen slaan. Terugkeer van een dergelijk paar of driemanschap na een competitieronde veroorzaakt, net als het instromen van nieuwe paren of driemanschappen, mogelijk aangekondigde versterkte degradatie in die lijn.

 

INVALLERSBEPALINGEN

Artikel 10

1. Een lid van wie de partner verhinderd is zorgt zelf of in overleg met de WL voor een vervanger (zie ook art.9.2). Melding daarvan aan de WL de dag vóór de speelavond/-ochtend is vereist.
2. Elke invaller is toegestaan mits dit is met toestemming van de WL. Daarbij is leidraad dat er voor gezorgd dient te worden dat de invaller(s) van gelijkwaardige speelsterkte is (zijn). De gevraagde invaller dient bij voorkeur uit de eigen vereniging te komen.
3. De score met een invaller wordt vastgesteld met de beperking dat er een begrenzing naar boven zal worden toegepast bij 56% en een begrenzing naar beneden bij 46%. Deze maximale en minimale score geldt ook als spelers van buiten de club invallen.

Artikel 11

1. Indien twee spelers uit verschillende lijnen een combipaar vormen, worden zij geacht in de hoogste van de 2 daarvoor in aanmerking komende lijnen te spelen. De behaalde score per zitting heeft een begrenzing naar beneden van 46% per zitting. Wordt in de laagste van de beide groepen gespeeld dan heeft de score een begrenzing naar boven van 56% per zitting.
2.    Vormen twee spelers uit dezelfde lijn een combipaar dan wordt per zitting een begrenzing van 46% naar beneden aangehouden.

 

PROMOTIE-DEGRADATIE

Artikel 12

1. Het aantal promotie- en degradatieplaatsen per lijn aan het eind van iedere competitieronde wordt vóór aanvang van het wedstrijdseizoen door de TC in samenspraak met het bestuur vastgesteld.
2. Het aantal promoverende en degraderende paren of driemanschappen is in principe 20% per lijn.
3. In het geval van een teveel aan paren of driemanschappen in hogere lijnen, kan er een versterkte degradatie plaatsvinden.

 

BIJZONDERE WEDSTRIJDBEPALINGEN

Artikel 13

1. In het geval van twee stilzittafels in twee lijnen, spelen de stilzittende paren vervangende spellen aan een extra tafel (combitafel). Het paar uit de hoogste lijn speelt NZ en het paar uit de laagste lijn speelt OW. De scores op deze spellen tellen mee voor de uitslag van de zitting.

Artikel 14

1. Een lid dat in de lopende clubcompetitie het partnerschap opzegt, verliest de plaats in de betreffende lijn en kan alleen na toestemming van de WL in een lagere lijn spelen.
2. Bij partnerwisseling tijdens de lopende clubcompetitie beslist eventueel het lot, welk paar in de hoogste lijn mag meespelen.

Artikel 15

1. De noordspeler is verantwoordelijk voor de juiste invoer van de gegevens. De oostspeler dient de door de noordspeler ingevoerde gegevens te accorderen.
2. Evidente fouten en onjuistheden kunnen na de voorlopige uitslag door de competitieleider worden gecorrigeerd.

Artikel 16

1. Niet gespeelde spellen kunnen verwijtbaar of niet-verwijtbaar (bijv. arbitrage; ter beoordeling van WL) zijn. Verwijtbaar kan alleen optreden na constatering van de WL tijdens de speelronde. In dit laatste geval kunnen beide paren verwijtbaar zijn of slechts één van de paren.
2. Indien een niet-gespeeld spel niet-verwijtbaar of aan beide paren niet verwijtbaar is, wordt het spel geannuleerd. Ingeval van arbitrage door één der paren ontvangen beide een arbitrale score van 60%.
3. Indien een niet-gespeeld spel aan één paar verwijtbaar is, ontvangt dat paar een arbitrale score van 40% voor dat spel en het niet-verwijtbare paar een arbitrale score van 60%. Indien beide paren verwijtbaar zijn, ontvangen beide een arbitrale score van 40%.

Artikel 17

1. Na afloop van een speelavond dienen per tafel de NZ spelers de speelbenodigdheden op te ruimen.

Artikel 18

1. In de clubcompetitie zijn Hoogst Ongebruikelijke Methoden (HOM) en Bruine Stickerconventies niet toegestaan.

 

CLUB- en SLEMKAMPIOENSCHAP

Artikel 19

1. Zowel bij de dinsdag- als de donderdagcompetitie is er aan het eind van het seizoen een paar of een driemanschap clubkampioen en een paar of een driemanschap slemkampioen.
2. De clubkampioen, zowel dinsdags als donderdags, kan alleen dat paar of driemanschap worden dat in dezelfde samenstelling gedurende de competitie voor het clubkampioenschap alle competitierondes in de hoogste lijn heeft deelgenomen. Het paar of driemanschap dat in de hoogste lijn over de gehouden competitierondes het hoogste gemiddelde scoort wordt clubkampioen.
3.   Indien er door omstandigheden een ronde minder dan de beoogde zittingen omvat dan wordt het clubkampioenschap bepaald op basis van het gewogen gemiddeld volgens de formule (P1xZ1 + P2xZ2 + P3xZ3 + P4xZ4 + P5xZ5) / (Z1 + Z2 + Z3 + Z4 + Z5) = Eind percentage. (daarin is P1 het gem. percentage van de 1^e ronde en Z1 het aantal zittingen van de 1^e ronde enz.)
4. De slemkampioen, zowel dinsdags als donderdags, kan alleen dat paar of driemanschap worden dat in dezelfde samenstelling gedurende de competitie aan alle competitierondes, ongeacht welke lijn, heeft deelgenomen en aan het einde van de competitie het hoogste aantal punten heeft behaald. Op de website van de club wordt uitleg gegeven betreffende het aantal te behalen punten. Het NBB rekenprogramma kent automatisch na elke zittingen de punten toe.

 

SLOTBEPALINGEN

Artikel 20

1. In gevallen, waarin dit wedstrijdreglement niet voorziet, beslist de TC of de WL. In complexe situaties kan overleg met het bestuur plaats vinden!
2. Dit wedstrijdreglement treedt in werking één dag na goedkeuring door de Algemene Ledenvergadering, tenzij op de Algemene Ledenvergadering anders is beslist.

 

Buitenpost, 12 september 2024.